Pensioen, scheiding en IPR

Door Wim Thijssen,

Internationaal privaatrecht komt om de hoek kijken bij de pensioenrechtelijke aspecten van scheiding in het kader van:

  • verevening van buitenlandse pensioenen
  • verevening van en afsplitsing van bijzonder partnerpensioen ten laste van Nederlandse pensioenen wanneer buitenlands huwelijksvermogensrecht van toepassing is. Het navolgende is beperkt tot het huwelijk en de beëindiging daarvan.

Verevening van buitenlandse pensioenen

Indien in het kader van een scheiding van tafel en bed of echtscheiding Nederlands huwelijksvermogensrecht van toepassing is, is pensioenverevening ook van toepassing op buitenlandse pensioenen. De enige beperking is dat geen zelfstandig recht op uitbetaling jegens de buitenlandse pensioenuitvoerder ontstaat, omdat die buitenlandse pensioenuitvoerder niet aan Nederlands recht is gebonden.

In dit soort situaties dient de Nederlandse rechter uit te maken of een buitenlandse uitkeringsregeling al dan niet als “pensioen” in de zin van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (de WVPS) geldt. Geheel in het algemeen kan worden aangenomen dat dit het geval is, indien de regeling naar het daarop toepasselijke buitenlandse recht als “pensioen” wordt beschouwd. Dat betekent concreet dat een buitenlands pensioen ook dan als “pensioen” kan gelden voor de toepassing van de WVPS, indien in het buitenland niet alle restricties gelden zoals die in Nederland gelden (zoals het vanuit internationaal perspectief unieke zeer strikte afkoopverbod).

Verevening van Nederlands pensioen en afsplitsen bijzonder partnerpensioen van Nederlands pensioen als buitenlands huwelijksvermogensrecht van toepassing is

De WVPS en de regeling voor afsplitsen van bijzonder partnerpensioen gelden onafhankelijk van het tussen de scheidende personen geldende huwelijksvermogensrecht.

Het gevolg is dat zich “dubbele” pensioendeling kan voorzoen: pensioendeling naar het buitenlandse toepasselijke huwelijksvermogensrecht en afsplitsen van bijzonder partnerpensioen en pensioenverevening naar Nederlands recht omdat de scheiding naar Nederlands recht rechtsgeldig is en het partnerpensioen respectievelijk het ouderdomspensioen door een Nederlandse pensioenuitvoerder worden uitgevoerd.

In die situatie doet zich mogelijk “dubbele” pensioendeling voor en zou kunnen worden getracht om de Nederlandse regelingen voor afsplitsen van bijzonder partnerpensioen en pensioenverevening buiten werking te doen stellen vanwege de “onaanvaardbaarheid” van “dubbele” pensioendeling.

Literatuur:

  • W.P.M. Thijssen, Pensioendeling in internationaal perspectief, EB Tijdschrift voor scheidingsrecht 2012, afl. 3, p. 52-57
  • W.P.M. Thijssen, Pensioen en scheiding, Monografieën (echt)scheidingsrecht, deel 3, Sdu, 2016, hoofdstuk 8